Door Rob Fabriek, overgenomen uit De Gooi en Eemlander. Zie hier een link naar het artikel. Verwijzingen naar de profielpagina’s zijn door de webredactie van Adelaars later toegevoegd.
Je moet ze zoeken met een flinke zaklantaarn: zaalvoetbalclubs. En niet zomaar clubs, nee, verenigingen die een eigen kantine hebben pal naast hun ’thuishal’, trainingsavonden beschikbaar stellen aan hun leden en werken aan een heuse jeugdafdeling.
Zaalvoetbalvereniging Adelaars uit Naarden is zo’n vereniging, met ruim honderd leden. Volgend seizoen in de competitie uitkomend met acht seniorenteams en vanaf begin 2024 bouwend aan een jeugdafdeling.
,,Het is goed dat we jongeren een plek kunnen geven in onze club en in ons mooie clubhuis van ruim honderd vierkante meter. De jeugd valt toch al vaak tussen wal en schip, dus daar willen we vol op inzetten’’, aldus Paul van der Horst, medeoprichter in 1973 en secretaris-penningmeester van Adelaars, en Jan Penneweert, voorzitter sinds 1990.
Opvolging
Inmiddels krasse zeventigers, beiden zijn 72, maar nog volop actief voor hun club. Hoewel, voor de noodzakelijke verjonging wordt heel langzaam gezorgd. Op de laatste ledenvergadering, in april, werden Paul Nagtegaal, Emile van Delft en Ferry de Bruijn gekozen als respectievelijk voorzitter, secretaris en penningmeester.
,,Maar let op’’, zegt Penneweert. ,,We blijven lid van het bestuur en denken mee met de nieuwe bestuurders. We maken plaats voor de nieuwe generatie, zonder ze in de weg te zitten. Paul en ik zijn twee handen op één buik, dus het zal nog best moeite kosten, haha.’’
In 1973 studeerde Van der Horst aan de kweekschool in Utrecht en werd er gevoetbald op grasveldjes in Overvecht. Op een, naar later bleek, oprichtingsvergadering werd met de veertien aanwezigen besloten om een heuse voetbalclub op te richten.
,,Voorwaarde van de KNVB was wel een eigen veld’’, legt Van der Horst uit. ,,Dat was een groot probleem in Utrecht, dus het bleef bij een beetje vriendschappelijk ballen. Uiteindelijk hebben we in 1975 gekozen om in de zaal te gaan voetballen en omdat veel van onze spelers niet meer in Utrecht woonden, zijn we in 1980 verhuisd naar het Gooi.’’
Uiteindelijk werd er in 1990 domicilie gekozen in Naarden, waar een ruimte aan de Amersfoortsestraatweg werd gedeeld met de hockeyclub.
Penneweert: ,,En die hockeyclub werd groter en groter, dus zijn we met hen en de gemeente in de slag gegaan voor een alternatief. En dat kwam er, dat is waar wij nu zitten. Aangebouwd aan sporthal De Lunet en vanaf 2012 deel van ons DNA. Hier zijn we een vereniging, hier ontmoeten we elkaar voor en na trainingen en wedstrijden. We steken de gang over en we kunnen voetballen, ideaal.’’
In de jaren zeventig en tachtig vierde het zaalvoetbal hoogtij. Bijna iedereen die op het veld speelde, speelde ook wel bij een zaalclub. Het leverde spannende wedstrijden en prachtige toernooien op. De traditionele Adelaars-toernooien waren geliefd, met sterke clubs. En ook het Nederlands zaalvoetbalteam gaf ooit acte de présence. Je kunt je het nu bijna niet meer voorstellen, maar het leefde volop. Dat betekende ook dat de goeie veldvoetballers ook onder een dak te bewonderen waren.
Van der Horst: ,,Wij hadden heel goede spelers lopen. Zo speelde Youri Mulder hier tussen 1988 en 1990, voordat hij naar FC Twente verhuisde en met Schalke’04 de UEFA Cup veroverde. Recordhouder is Geert Christenhuis, met 497 duels voor Adelaars. En ook oud-Ajacied Hedwiges Maduro (de schoonzoon van Van der Horst, red.) speelde twee jaar geleden nog een paar wedstrijden mee.’’
Prijzenkast
Penneweert, ooit betaald voetballer bij DWS en speler bij de Naarders, staat bij een lange wand, gewijd aan de foto’s en uitslagen van vijftig jaar Adelaars. Daarboven een plank met bekers en trofeeën van jaren geleden. ,,Die bekers zijn al oud, want zaalvoetbaltoernooien worden er amper nog georganiseerd. Wij hebben in maart een jeugdtoernooitje gespeeld, met onder meer een team van Ajax en jongens van ons. Dat was leuk en daar gaan we zeker op voortborduren.’’
,,Op 6 januari 2024 organiseren we een jeugdtoernooi hier, dat wordt gevolgd door het traditionele Vergaarbakkentoernooi’’, vervolgt Van der Horst. ,,Kijken of we de jeugdafdeling een boost kunnen geven. Kijk, de bal is toch een mooie uitvinding. Maar ik sta vaak bij mijn kleinzoon te kijken en dan zakt de moed me wel eens in de schoenen. De mentaliteit, de instelling, de taal, het bevalt me niet altijd. Nou ben ik onderwijzer, dus ik trek het me iets sneller aan. Bij Adelaars zouden ze er niet in komen. ’’
De gouden jubilaris blijft nog wel even bestaan. De verjonging is ingezet en Penneweert en Van der Horst halen hun handen er nog niet van af.
Penneweert: ,,Paul en ik hebben het vele jaren met elkaar gerooid. Het enige meningsverschil tussen ons is of ik nu gevráágd ben om bij Adelaars te komen voetballen of dat ik mezelf heb aangeboden, haha. Enfin, we hebben er iets moois van gemaakt. Hij uit het onderwijs, ik uit de gezondheidszorg: we hebben een dienend leven geleid en daar is Adelaars ook een gevolg van.’’
Zaterdagavond vieren de Adelaars het jubileum met een feestavond in het clubhuis, waarvoor de Van der Horstjes al weken in rep en roer zijn.