
Adelaars 35+1 had voorafgaand aan deze uitwedstrijd weinig reden tot optimisme. Niet omdat men geen zin had in voetbal, wel omdat er simpelweg geen team was. De appgroep gloeide. De voorzitter werd wakker gebeld. En ergens, in een diep hoekje van Gooise Meren, begon een rekruteringsmachine te draaien zoals alleen een club als Adelaars dat kan: met de charme van een oude boekhouder en de vasthoudendheid van een jonge advocaat.
Vanuit het zevende elftal sloten Michael en Donny Rekers zich aan bij het strijdtoneel. Ook neef Raymond Bleij werd opgetrommeld. En alsof dat nog niet genoeg was, kwam Klaas direct vanuit de Oostenrijkse sneeuwvelden de zaal in glijden. Roy Vodegel, trainend lid, trok zijn Adelaars-shirt aan alsof het een harnas was. Het veld? Sporthal Nieuw Welgelegen in Utrecht, waar de lucht stilstaat en de tijd lijkt te smelten.
Warm als een stoofschotel
Buiten rook het naar lente. In de sporthal hing de lucht als natte watten boven het veld. Geen ventilatie. Geen zuurstof. Alleen hitte, ballen, en mannen boven de 35 die hun eer kwamen verdedigen. Tegenstander: Zwaluwen Utrecht ’11 35+1, een club die al even lang meedraait in het Utrechtse amateurvoetbal als Adelaars in de regio Naarden.
De supporters van Zwaluwen waren luidruchtig en bewapend met toeters die op precies het verkeerde moment loeiden. Tijdens een schot op doel bijvoorbeeld. Of een pass. Of gewoon bij een intrap.
Een aanval uit het boekje
Het begin was voor Adelaars. Michael vond Roy, die op techniek én inzicht door de verdediging slalomde. De 0-1 was het logische gevolg van een aanval die zelfs op papier er mooi had uitgezien. Niet veel later zag Michael de keeper van Zwaluwen iets te veel veld inspecteren. Vanaf eigen helft rolde hij de bal als een volleerd boogschutter langs de verbouwereerde doelman: 0-2.
Zwaluwen vocht terug. Niet met veel kansen, wel met kabaal. Maar Adelaars hield het hoofd koel. Michael combineerde met zijn neef Raymond, die op intuïtie én een no-look pass de bal in de lange hoek deponeerde. Een doelpunt dat je alleen maakt als je familie bent, of een artistieke geest bezit. 0-3.
Vlak voor rust trok Roy Vodegel naar binnen, alsof hij even iets wilde uitleggen. Hij deed dat met een schot dat laag, hard en meedogenloos was. De 0-4 was geen droomstart, het was bijna te mooi om waar te zijn.
Sauna zonder slot
De tweede helft was anders. Zwaluwen kwam, schoot, en scoorde. Eerst uit een vrije trap die met chirurgische precisie in de lange hoek plofte. Daarna uit een rommelige aanval waarbij de verdediging van Adelaars even als wasgoed hing te drogen in de benauwde hal. 2-4, en nog een kwartier te gaan.
Adelaars verdedigde met ervaring. Met het soort rust dat je alleen hebt als je weet dat je daarna een biertje drinkt, of moet werken aan je belastingaangifte. Donny Rekers, altijd op jacht naar zijn moment, kreeg nog één kans. Hij stond bij de tweede paal, bal op de lijn, keeper uitgespeeld… naast.
Geen horeca, geen punt
De eindstand bleef 2-4. Er werd nog even naar een kantine gezocht, maar Nieuw Welgelegen leek meer op een gesloten kantoorgebouw dan op een sportaccommodatie. De overwinningsdrank moet dus wachten. Volgende keer beter. Bijvoorbeeld woensdag 26 maart, als De Kroon op bezoek komt in De Lunet te Naarden. Een tegenstander uit een andere klasse, letterlijk en figuurlijk. De huidige koploper. Een horde. Een test.
En dan, op dinsdag 1 april (geen grap), wacht Hercules 3. Een directe concurrent voor de rode lantaarn. Adelaars kijkt naar boven. Want zelfs in de onderste regionen van de 35+ competitie, droomt de Adelaar van hoogte. Altijd.